Kunst in de openbare ruimte is vanouds natuurlijk toegepast om gebouwen, pleinen en parken te voorzien van monumentale sculpturen of schilderingen. Dat is wat men vroeger en nu ook nog wel als vanzelfsprekend verwachtte bij een kunstopdracht. Daar is ook niks mis mee, als men er bewust voor weet te kiezen. Bij de ruilverkaveling Weerselo-Dulder in Twente is bewust gekozen voor kunstwerken die met hun fysieke aanwezigheid zouden getuigen van aandacht voor het vernieuwde oude cultuurlandschap.
Voor het eerst was een ruilverkaveling niet alleen bedoeld voor de landbouw maar ook voor natuur- en landschapswaarden. In 1986 werd een kunstopdracht geformuleerd: beeldende kunst zou een bijdrage moeten leveren aan de detaillering van het landschap. De opdracht daartoe werd verleend in 1986. Over een ruiverkaveling wordt beslist door een breed samengestelde ruilverkavelingscommissie. Met vertegenwoordigers van hogere en lagere overheden, overheidsdiensten, belangenorganisaties en burgers. SKOR en KCO waren als adviseur voor de kunst uitgenodigd. Één van de kunstenaars die zij voordroegen was herman de vries.
Natuur- en natuurervaring is al lange tijd een belangrijk werkterrein voor deze biologisch onderzoeker, etnofarmacoloog, filosoof en kunstenaar. Met zijn werk wil hij vooral bewuste werkelijksheidservaring teweegbrengen, natuur is onze primaire werkelijkheid en daarom is natuurervaring van essentieel belang voor onze kennis en bewustzijn.
Het belangrijkste onderdeel van de ruilverkaveling Weerselo-Dulder was de aanleg van een waterleiding die dwars op de richting van de bestaande beken werd gegraven en die moest dienen om het overttollige water in natte periodes snel af te voeren naar het lager gelegen kanaal Almelo-Nordhorn. Eigenlijk een achterhaalde methode: tegenwoordig streeft men er op de zandgronden naar om gebiedseigen water langer vast te houden, om daar ruimte voor te creëren en zodoende dichter bij de oorspronkelijke mogelijkheden van het landschap te blijven. herman de vries maakte gebruik van het graafwerk om met een klein deel van het uitgegraven zand een viertal heuveltjes aan te leggen in het boerenland: twee bij de plekken waar de oude beken het gebied binnen stromen en twee waar ze het gebied uit stromen. Om over de ruimte te kunnen beschikken is in de ruilverkaveling compensatie voor de grondeigenaren gevonden. De heuveltjes, 18 m breed en 5 meter hoog, werden vol geplant met meidoorn.
Meidoorn speelde vanouds een belangrijke rol in het boerenbestaan, in de volksgeneeskunde en in de verhalen. Een dicht bosje meidoorn is bovendien ondoordringbaar voor mensen en vee en wordt daarmee een toevluchtsoord voor kleine dieren. Een kunstmatige heuvel in het landschap kan als men de oorsprong niet kent van alles betekenen en de fantasie prikkelen. Voor herman de vries mag iedereen er het zijne van denken, hoeft niemand te weten dat de heuveltjes eigenlijk een kunstwerk zijn, een monument voor het oude landschap. Dat stemt overeen met zijn opvatting dat een kunstwerk zich in een oud cultuurlandschap niet te veel moet onderscheiden van zijn omgeving.
Het kunstwerk heeft nog uitbreiding gekregen. Midden in een weiland ontdekte herman de vries een zandkopje dat haast onmerkbaar opdook tussen de drassige weilanden op het voormalige hoogveen. Via al weer een grondruil binnen de ruilverkaveling kon dit hoekje van het weiland verkregen worden om er een groepje jeneverbesstruiken te planten. Die horen vanouds ook thuis in dit landschap en ook zij hebben eeuwenlang gebruikswaarde en magische en mythische betekenis gehad.
De bescheiden ingrepen van herman de vries leveren samen met de zorg die de ruilverkavelingscommissie heeft besteed aan de landschappelijke inpassing van voetpaden en watergangen enig tegenwicht tegen de ecologische vervlakking die met gemechaniseerde en grootschalige landbouw gepaard gaat. Ze houden de herinnering in ere aan een oude cultuur die intensief samen kon leven met haar natuurlijke omgeving.
Dit werk van herman de vries was het eerste werk van hem dat permanent een plaats in de openbare ruimte kreeg. Het verbindt de traditie van de Concrete Kunst met de ecologische tak van de Land Art.
Het is zijn eerste sanctuarium geworden.
Naderhand zou hij er nog meer realiseren, onder andere in Münster.
Lezing Govert Grosfeld bij afscheid Govert Grosfeld bij SKOR 2007